Ko-Imari

Uit Japanese Craftpedia Portal
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ko-Imari aardewerk, het vroegste Imari porselein, staat bekend om zijn levendige overglazuurdecoratie in rood, blauw en goud op een zuiver witte ondergrond. Geproduceerd in Arita en geëxporteerd via de haven van Imari, werd dit keramiek zeer gewaardeerd in Europa, bewonderd om zijn weelderige patronen en schitterende kleuren.

Ko-Imari (letterlijk 'Oud Imari') verwijst naar de vroegste en meest iconische stijl van Japans Imari aardewerk, voornamelijk geproduceerd in de 17e eeuw. Dit porselein werd gemaakt in de stad Arita en geëxporteerd vanuit de nabijgelegen haven van Imari, waaraan het zijn naam ontleende. Ko-Imari is vooral bekend om zijn dynamische decoratieve stijl en historische betekenis in de vroege wereldwijde porseleinhandel.

Historische achtergrond

Ko-Imari aardewerk ontstond in de vroege Edo-periode, rond de jaren 1640, na de ontdekking van porseleinklei in de regio Arita. Aanvankelijk beïnvloed door Chinees blauw-wit porselein, begonnen lokale Japanse pottenbakkers hun eigen stijl te ontwikkelen. Toen de Chinese porseleinexport afnam door de val van de Ming-dynastie, begon Japans porselein de leemte op de internationale markt te vullen, met name door handel met de Verenigde Oostindische Compagnie.

Belangrijkste kenmerken

De onderscheidende kwaliteiten van Ko-Imari zijn onder andere:

  • Gedurfde en kleurrijke ontwerpen, meestal een combinatie van kobaltblauw onderglazuur met bovenglazuur email in rood, groen en goud.
  • Dichte en symmetrische decoratie die bijna het gehele oppervlak bedekt, vaak omschreven als rijk versierd of zelfs weelderig.
  • Motieven zoals chrysanten, pioenrozen, feniksen, draken en gestileerde golven of wolken.
  • Dik porselein in vergelijking met latere, meer verfijnde stukken.

Ko-Imari aardewerk was niet uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk gebruik. Veel stukken werden aangepast aan de Europese smaak, waaronder grote borden, vazen ​​en garnituren om tentoon te stellen.

Export en Europese ontvangst

Ko-Imari-aardewerk werd in grote hoeveelheden geëxporteerd gedurende de 17e en vroege 18e eeuw. Het werd een modieus luxeartikel onder de Europese elite. In paleizen en aristocratische huizen in heel Europa sierde Ko-Imari-porselein schouwen, kasten en tafels. Europese porseleinfabrikanten, met name in Meissen en Chantilly, begonnen hun eigen versies te produceren, geïnspireerd op Ko-Imari-ontwerpen.

Evolutie en transitie

Tegen het begin van de 18e eeuw begon de stijl van Imari-aardewerk ​​te evolueren. Japanse pottenbakkers ontwikkelden verfijndere technieken en nieuwe stijlen zoals Nabeshima-aardewerk ​​ontstonden, gericht op elegantie en ingetogenheid. De term Ko-Imari wordt nu gebruikt om deze vroeg geëxporteerde werken specifiek te onderscheiden van latere binnenlandse of heroplevingsstukken.

Nalatenschap

Ko-Imari blijft zeer gewaardeerd door verzamelaars en musea wereldwijd. Het wordt beschouwd als een symbool van Japans vroege bijdrage aan de wereldwijde keramiek en een meesterwerk van vakmanschap uit de Edo-periode. De levendige ontwerpen en technische prestaties van Ko-Imari blijven zowel traditionele als hedendaagse Japanse keramiekkunstenaars inspireren.

Relatie tot Imari-aardewerk

Hoewel al het Ko-Imari-aardewerk deel uitmaakt van de bredere categorie Imari-aardewerk, wordt niet al het Imari-aardewerk als Ko-Imari beschouwd. Het onderscheid ligt voornamelijk in de leeftijd, stijl en het doel. Ko-Imari verwijst specifiek naar de vroegste periode, gekenmerkt door zijn dynamische energie, exportgerichtheid en rijk gedecoreerde oppervlakken.